Sportief Australië

Surfen werd in 1912 in Australië geïntroduceerd door Duke Kahanamoku uit Honolulu en is nu voor veel Australiërs een manier van leven. Op mooie dagen komen duizenden surfers van alle leeftijden samen op Noosa Heads, Manly of een van de andere Australische stranden. Surfen is net zo populair als tennis, golf, cricket of voetbal. Kinderen leren al op jonge leeftijd hoe ze zich op de plank staande moeten houden. Voor een echte Australische surfervaring kun je je wenden tot een van de surfscholen aan alle grote surfstranden. Iedereen met een redelijke conditie en een goed gevoel voor evenwicht kan al na een paar lessen aardig uit de voeten. En ben je al een ervaren surfer? Dan vind je bijna overal langs de Australische kust (en die is lang…) de ideale golven! Alleen aan de noordkust kan niet gesurft worden vanwege zoetwaterkrokodillen en kwallen. Oriënteer je vooraf goed waar de zee rijk is aan haaien. In Queensland wordt op veel plaatsen de kust voor de stranden beschermd door haaiennetten. Surfen is daar dus in ieder geval veilig.

De herfst en de lente zijn de beste fietsseizoenen. In de zomer (december tot februari) is het erg heet en in het noorden ook nog bijzonder vochtig. Een uitzondering op deze regel is Tasmania, waar het juist in de zomer aangenaam vertoeven is. Vind je inspiratie in de volgende fietsroutes:

• Muray to Mountains Rail Trail (Victoria): prachtige route van 84 km met heerlijke restaurantjes en wijn langs de route
• Mawson Trail (South Australia): fiets vanuit het centrum van Adelaide naar het centrum van de Flinders Ranges via deze mountainbike-route van 900 km door de mooiste gebieden van South Australia. Je kunt de route opdelen in kortere stukken door van stad naar stad te fietsen.
• Rottnest Island (Western Australia): deze 28 km lange route begint bij de ferry terminal bij Thomson Bay en maakt dan een rondrit via meer dan 60 stranden. Het deel bij Parker Point en Salmon Bay is het meest spectaculair.
• Watervalroute (Queensland): via de Bruce Highway, Kennedy Highway en de Palmerston Highway ten zuiden van Cairns. Een kleine afstand loopt door het Wooroonooran National Park en verder langs vele watervallen die zich dikwijls vlak langs de route bevinden. Vooral de Nandroya Falls en zeker de Millstream Falls, de breedste waterval van Australië zijn zeer de moeite waard. De route loopt dwars door de Atherton Tablelands, welke een uitloper is van The Great Dividing Range. Ondanks de highway waar je over fietst, is de weg niet te druk, met uitzondering van langs de kust. Te midden van de Tablelands kun je ook nog afslaan naar Lake Tinaroo. Eerst een verharde, daarna een onverharde maar goede grintweg brengt je bij fantastische locaties langs het meer waar je op verschillende plekken kunt kamperen.
• Australië kent verder railtrails. Dit zijn fietsroutes over oude spoorwegen. Sommige zijn 100 km lang. Er worden steeds meer van deze trails geopend. Voor meer informatie zie www.railtrails.org.au.
• Voor routes op Tasmanië is de volgende site de moeite waard: www.biketas.org.au.

Australië is het land bij uitstek om te genieten van de prachtige wereld onder water. Het unieke Great Barrier Reef is natuurlijk bij de meesten wel bekend. Maar Australië kent meer geweldige duikspots met duizenden tropische vissen en kleurrijk koraal.

• Great Barrier Reef (Oost Australië / Queensland): Het iconische Great Barrier Reef in Queensland is een mekka voor snorkelaars en duikers. Hier vind je over een lengte van maar liefst 2000 km de meest prachtige koraalriffen vlak onder de wateroppervlakte. Cairns (en ook Airlie Beach) is de toegangspoort tot dit natuurwonder, waar tal van excursies worden aangeboden naar nabijgelegen riffen. Neem je de boot naar de betoverende Whitsunday Islands, met bekende locaties zoals Blue Pearl Bay en Langford Reef, dan kun je je ook daar vergapen aan spectaculaire koraalriffen.
• Ningaloo Reef (Western Australia): wordt ook wel het Great Barrier Reef ‘in het klein’ genoemd. Het is een spectaculaire snorkelbestemming maar is veel minder druk dan zijn grote broer in het oosten. Hier kun je dus rustiger duiken. Echte aanraders zijn Turquoise Bay en het rustige water van Coral Bay. Hier kun je zwemmen tussen kleurrijk koraal en met een beetje geluk zie je mantaroggen, schildpadden en rifhaaien. Tussen maart en juni heb je zelfs kans om een walvishaai tegen te komen!
• Kangaroo Island (South Australia): op dit op twee na grootste eiland van Australië worden verschillende duiksafari’s aangeboden. Je kunt hier ook zeehonden en dolfijnen zien. En aan de noordkust van het eiland kom je ook oude schreepswrakken tegen.  Kangaroo Island staat met name ook bekend om zijn overvloedige populatie kangoeroes, die vrij rondlopen op het eiland. Een hoogtepunt voor veel bezoekers. Behalve kangoeroes kun je op Kangaroo Island ook wallabies en koala’s en een verscheidenheid aan vogels spotten.
• Christmas Island: het ligt misschien niet op je route door Australië, maar dit eiland mag zeker niet ontbreken in het rijtje van mooiste duikspots. De diepte lijkt wel bodemloos en de leefomgeving van de tropische vissen is er ongerept.

Wist je dat je in Australië ook kunt skiën en snowboarden?

• Snowy Mountains (New South Wales): hier vind je het grootste aantal pistes. Dit gebergte wordt ook wel het dak van Australië genoemd. Hier bevindt zich dan ook de hoogste berg van het land: Mount Kosiuszko (2228 meter). De ideale tijd is tussen juni en oktober.
• Thredbo (New South Wales): het belangrijkste skigebied van het land met 40 pistes, 12 liften en de langste piste van Australië. Het is er altijd sneeuwzeker door de sneeuwkanonnen.
• Falls Creek (Victoria): Falls Creek, op de rand van de Bogong High Plains in Victoria, is één van de grootste en beste skigebieden Down Under. En de après-ski is hier ook erg gezellig!
• Mount Hotham (Victoria): door de hoge ligging heeft Mount Hotham de hoogste natuurlijke sneeuwval van Victoria en dit maakt het tot een uitermate sneeuwzekere bestemming.
• Ben Lomond National Park (Tasmania): minder bekend dan de pistes in New South Wales en Victoria en nog nauwelijks ontdekt. De pistes liggen relatief laag op zo’n 1300 meter en daarom duurt het skiseizoen hier wat korter, van half juli tot eind september. Let wel goed op op de weg ernaar toe: deze is behoorlijk spannend en leidt je (zonder vangrails…) over haarspeldbochten en langs diepe ravijnen.