De dieren in Nieuw-Zeeland

De meest bekende vogel van Nieuw-Zeeland is de kiwi, een bedreigde loopvogel die alleen in Nieuw-Zeeland voorkomt. De vogel kreeg zijn naam van de Maori’s. De naam is afgeleid van de kreet van het mannetje tijdens het paarseizoen. De kiwi is ongeveer zo groot als een kip en de kleinste loopvogel ter wereld. Tussen de 10e en 14e waren er waarschijnlijk zo’n 12 miljoen kiwi’s, nu nog maar zo’n 60.000…. Het is lastig de kiwi in het wild te zien omdat het een schuwe nachtvogel is. De vogel is het symbool van Nieuw-Zeeland en de inwoners worden zelf ook kiwi’s genoemd.

De kans om een tui te zien is veel groter. Deze vogel heeft een heel eigen geluid maar imiteert net zo makkelijk andere vogels. Nieuw-Zeeland heeft meer unieke vogels, zoals de kea. Deze behoorlijk forse groene bergpapegaai is een brutale vogel die nogal destructief van aard is. Grote kans dat je de kea ziet bij een bezoek aan Mount Cook Village of aan de gletsjers.

Er komen in Nieuw-Zeeland meerdere pinguïnsoorten voor. Bij Oamaru (aan de Westkust van het Zuidereiland) leeft een kleine kolonie dwergpinguïns. Dichtbij vind je ook de bedreigde yellow eyed pinguïn. Ook bij onder meer Banks Peninsula komen ze aan land. In het Fiordland National Park leeft de meest zeldzame soort ter wereld: de Fiordland Crested Penguin ofwel de Kuifpinguïn.

Op het Noordereiland leeft een grote kolonie Jan-van-Genten bij Cape Kidnappers. Of ga speuren naar de machtige albatros op het schiereiland Otago op het Zuidereiland. Het is de enige plek ter wereld waar een albatroskolonie op het vasteland nestelt.

In Nieuw-Zeeland komen veel zeehonden voor, maar ook zeeleeuwen, een van de grootste dieren in Nieuw-Zeeland. Je vindt ze vooral op het Zuidereiland (net als zeehonden overigens). Een van de meest zeldzame soorten ter wereld is de Hooker’s Sea Lion die aan de zuidkust van het Zuidereiland leeft.

Op verschillende plekken in Nieuw-Zeeland kun je dolfijnen, walvissen en zelfs orka’s spotten: op zowel het Noorder- als het Zuidereiland. De beste plek voor walvissen en orka’s is bij Kaikoura ten noorden van Christchurch. Maar ook bij Auckland kun je walvissen en dolfijnen zien. De beste kans om de Hectordolfijn, de kleinste soort ter wereld, te zien, heb je in de haven van Akaroa, in de Banks Peninsula ten zuiden van Christchurch.

De zogenaamde Tuatara ofwel de brughagedis is wel heel uniek. Het is het enige overlevende reptiel uit het dinosaurustijdperk. De hagedis is zo’n 60 cm lang en komt al zeker 220 miljoen jaar voor. Met recht wordt deze hagedis een levend fossiel genoemd. Er zijn twee soorten die elk hun eigen leefgebied hebben, vooral op de eilanden aan de noordzijde van het Noordereiland. Je kunt ze het beste zien in het National Aquarium of New Zealand in Napier of het Karori Wildlife Sanctuary bij Wellington.