Je herkent het meteen Down Under. Australië is meer dan kangoeroes en surfers. Zodra je voet op Australische bodem zet, merk je het meteen: hier heerst een totaal andere vibe. Relaxter, losser, en soms een tikje vreemd (in de leukste zin van het woord). Wij zetten voor je op een rij wat nou echt typisch Australisch is – van taal tot barbecuegewoontes.
1. no worries, mate
Dé Australische levenshouding in twee woorden. “No worries” is niet alleen een uitspraak, het is bijna een levensfilosofie. Geen stress, geen haast. Alles komt wel goed. Of je nou de bus mist of iets laat vallen – iemand zal je met een glimlach “No worries, mate!” toeroepen.
Onze ervaring:
Zelfs als jij in paniek raakt, blijft de gemiddelde Aussie opvallend kalm.
2. Humor met een knipoog (en een beetje zelfspot)
Aussies nemen zichzelf – en anderen – niet al te serieus. Verwacht droge grappen, flauwe opmerkingen en een flinke portie zelfspot. Ze houden ervan je een beetje te plagen, vooral als ze je mogen.
Let op: Als je naam plotseling verandert in iets als “Dutchie” of “Legend”, dan weet je dat je geaccepteerd bent.
3. ze verkorten álles
De Australische taal lijkt op het eerste gehoor gewoon Engels, maar pas op: je hoort ineens dingen als barbie, arvo en brekkie. Wat? Juist: barbecue, afternoon en breakfast. Aussies zijn kampioen afkortingen. Ze nemen het Engelse woord, hakken er een stuk af, en gooien er een -ie of -o achter. Even wennen, maar daarna ga je het vanzelf gebruiken.
Een paar klassiekers:
- Barbie = barbecue
- Brekkie = breakfast
- Stubbie = flesje bier
- Mozzie = mug
- Thongs = slippers (ja, echt)
- Servo = tankstation
- Macca’s = McDonald’s
- Bottle-o = drankwinkel
- Pressie = present
Protip:
Als je het woord niet herkent, is de kans groot dat het een afkorting is.
4. namen verbasteren is standaard
Australiërs zijn dol op bijnamen. Liefst zo kort (of belachelijk) mogelijk. Als je Achmed heet, noemen ze je “Ackie”. Caroline wordt “Cazza”, en iemand met de achternaam Johnson wordt zonder pardon “Johnno”.
En ja: ook toeristen ontkomen er niet aan.
5. eten op zijn aussie’s
Het Australische eten is een mix van Brits comfortfood, Aziatisch en een snufje chaos.
Wat je sowieso tegenkomt:
- Vegemite: zoute, zwarte smeersel dat alleen Aussies lekker vinden (volgens henzelf tenminste).
- Meat pie: warm vleespasteitje, vooral populair tijdens sportwedstrijden.
- Parmy: chicken parmigiana als Australisch pubfood – machtig, maar lekker.
- Pavlova: schuimtaart met fruit – perfect als toetje.
- Tim Tams: chocoladekoekjes die je absoluut moet proberen. En ja, je móet een Tim Tam Slam doen (vraag een local hoe).
- Shrimp on the barbie: eigenlijk zeggen ze “prawn”, maar goed – het cliché klopt wel: barbecuen is heilig.
- Lamington: dé nationale cake: een luchtig blokje cake, omhuld met chocoladeglazuur en gerold in kokos. De lamington is heilig. Elk schoolfeest, kantoorfeestje of fundraiser heeft ze. En terecht. Onze tip: Proef er eentje van de lokale bakker, niet uit de supermarkt. Veel lekkerder.
6. byo: je eigen drank meenemen
In veel restaurants zie je BYO op het raam staan – Bring Your Own alcohol. Dat betekent dat je gewoon je eigen fles wijn of bier mag meenemen. Ze openen ‘m voor je, soms voor een kleine vergoeding (de ‘corkage fee’), en that’s it.
Handig én goedkoop. Vooral populair bij Aziatische restaurants zonder drankvergunning.
7. altijd in voor een praatje
Australiërs zijn sociaal en nieuwsgierig. Of je nu in een outback-café zit of langs het strand loopt, iemand begint wel een praatje, dat start met ‘G’day mate!”. Over waar je vandaan komt, of je het warm vindt, of je accent. En voor je het weet, ben je uitgenodigd voor een biertje.
Let op: Small talk is hier een kunst. Een weerbericht en een grapje gaan hand in hand.
8. flipflops naar kantoor (en andere relaxte gewoontes)
Australiërs zijn niet van de formele kleding. Australië is een land waar mensen blootsvoets naar de supermarkt gaan, kerst vieren op het strand, en waar niemand opkijkt als je in een korte broek naar je werk komt (tenzij je bij een bank werkt – misschien).
Echt waar: zelfs de politieagenten zijn soms te relaxt om te geloven.
9. de ute – met hond natuurlijk
De ute is de Australische versie van de pick-up truck. Eigenlijk ‘utility vehicle’, maar dat is te lang natuurlijk 😊 Je ziet ze vooral buiten de stad. En wat zit er achterop? Precies: een hond. Oren in de wind, tong uit z’n bek, volledig in z’n element.
Let op: Die honden zijn goed getraind én vastgezet. Het is bijna cultureel erfgoed, zo normaal is het.
10. sport is bijna religie
Of het nou rugby, cricket of Aussie Rules Football is – sport is overal. En meedoen is belangrijker dan winnen? Niet hier. Wedstrijden worden fanatiek gevolgd, met veel bier en nog meer gejuich.
Onze tip:
Ga mee naar een lokale footy-wedstrijd. Je snapt niks van de regels, maar de sfeer is top.
in het kort
Typisch Australisch is niet in één woord te vangen, maar je voelt het meteen: alles is nét wat losser, luchtiger en vriendelijker. Dus trek je slippers aan, neem een stubbie in je hand en zeg met een glimlach: no worries, mate.
